Chocolade, de specialiteit van Turijn
Turijn is in Italië de onbetwiste hoofdstad van de chocolade. Al sinds er cacaobonen werden aangevoerd, werkten in Turijn duizenden chocolatiers en bedrijfjes aan het creeëren van een mythe van superioriteit. Liefhebbers van chocolade kunnen in Turijn hun hart ophalen. Op elke hoek van de straat lonkt in het centrum wel een etalage met allerhande chocolade-produkten of is een caffè waar je chocolade kunt drinken.
In 1555 publiceerde Nostradamus in Turijn een verhandeling over chocolade. In 1600 gaf Madame Reale, de koninklijke douarière, aan een zekere Giò Antonio Ari toestemming om openbaar chocolade te verkopen, omdat hij "de eerste was die het spul geïntroduceerd had". Het gaat hier om de drank chocolade en niet de repen. Repen chocolade werden pas vanaf het einde van de 18de eeuw geproduceerd.
De 'ciculata' werd op veel verschillende manieren bereid en raakte niet alleen aan het hof in de mode, maar ook in de cafe's van de bourgoisie. De eerste chocolaatjes werden toen 'diablotin' genoemd, kleine duivels. Een andere bekende van chocola is de gianduja, chocola vermengd met gemalen hazelnoten. Beroemde merknamen zijn: Stregio, Caffarel, Baratti, Feletti, Stratta, Peyrano en Ferrero.
Caffarel
Caffarel opende eind 18de eeuw een fabriek op de oevers van het Pellerina kanaal in Valdocco (wijk in Turijn). Begin 19de eeuw verwierf Caffarel het patent op een machine om fijne cacaopasta te maken. Dit was belangrijk voor het produceren van harde chocolade en vervolgens chocolaatjes.
De roem van Turijn reikte al snel over de grenzen. Zelfs vanuit Zwitserland kwamen winkelbediendes het vak leren in Turijn. Sommigen van hen speelden een belangrijke rol in de geschiedenis van de chocola, zoals Francois Louis Cailler, die het geheim van de Turijnse chocola naar Corsier (bij Vevey) haalde. Daar maakte hij met zijn schoonzoon en dankzij de door Nestlé uitgevonden melkpoeder melkchocolade.
Gianduiotti
1865 was een belangrijk jaar voor Turijn. Toen werden de eerste gianduiotti in de handel gebracht. Het allerbekendste chocolaatje van Piemonte in de vorm van een langwerpige piramide en gewikkeld in een gouden papiertje. Volgens de geschiedenis zou ten tijde van de Franse cacaoboycot een kok aan het hof van Turijn cacao gemengd hebben met fijngemalen hazelnoten. Een nieuwe lekkernij was geboren!